Soms loop je een kamer binnen en voel je het direct. Die lichte spanning in je borst en de gedachte: wat doe ik hier eigenlijk? Of je werkt hard, bereikt mooie dingen, en toch knaagt er iets. Kan ik dit echt wel? Alsof iemand je op de schouder kan tikken en zeggen: "Sorry hoor, maar jij hoort hier niet echt thuis."
Dat gevoel, die mix van twijfel, angst en onzekerheid, is wat we het imposter-syndroom noemen. En als jij je hierin herkent, weet dan: je bent niet de enige. Niet eens een uitzondering.
Onderzoek wijst uit dat ongeveer 70% van de mensen ooit imposter-gedachten ervaart. Dat zijn niet de mensen die geen idee hebben wat ze doen. Integendeel. Het zijn vaak de mensen die juist goed zijn in wat ze doen: mensen die verantwoordelijkheid nemen, die gevoelig zijn voor anderen, die zichzelf serieus nemen.
Vrouwen in de zorg, in het onderwijs, in leiderschapsposities. Mensen die écht om kwaliteit geven. Mensen zoals jij (en ik😉).
Het pijnlijke is: je ziet je eigen inzet niet altijd terug in je zelfbeeld. Anderen kunnen je complimenteren, prijzen, vertrouwen geven, maar diep vanbinnen denk je: "Dit is niet waar!’ En dus werk je nog harder. Ben je nog kritischer. Leg je de lat nog hoger, in een poging het gevoel voor te blijven, maar dat lukt nooit helemaal.
Het imposter-syndroom is geen gebrek aan vaardigheden. Nee, het is vooral een gebrek aan vertrouwen in jezelf. En hoe meer je probeert te presterne, hoe dieper je erin vastloopt.
In dit artikel neem ik je stap voor stap mee, want waarom is het imposter-syndroom zo hardnekkig is? En vooral hoe je zachter kunt omgaan met die stem van twijfel, en steviger kunt staan in wie je bent. Let’s go.
Wat gebeurt er écht in je hoofd (en waarom is dat logisch)?
Misschien denk je ook wel eens: "Dit slaat toch nergens op. Ik weet toch dat ik goed werk aflever?" En toch, voel je ook die twijfel aan jezelf. Dit heeft alles te maken met hoe je brein werkt.
Ons brein is niet gebouwd voor succes, maar gebouwd om te overleven. En overleven, dat deed je vroeger niet in je eentje. In de oertijd betekende afgewezen worden dat je op jezelf aangewezen raakte en dat was levensgevaarlijk.
Alleen overleven in een wereld vol roofdieren, kou en honger dat is vrijwel onmogelijk. Daarom ontwikkelde ons brein een hypergevoelig alarmsysteem: alles wat rook naar afwijzing, gevaar of niet voldoen, zette je zenuwstelsel op scherp. Liepen anderen weg van je? Kreeg je signalen dat je niet binnen de groep viel? Dan gingen de alarmbellen keihard af.
En dat mechanisme zit nog steeds in ons.
Ook nu we in een wereld leven waarin je makkelijk een andere baan kunt zoeken, nieuwe mensen kunt ontmoeten, of je eigen pad kunt volgen. Je brein weet dat niet. Die ziet alleen: "Gevaar. Pas op. Val niet buiten de groep."
En dus wapent je brein zich met twijfel. Niet om je te pesten, maar om je te beschermen. En twijfel houdt je bescheiden. Twijfel fluistert: "Stel je niet te veel op de voorgrond." "Zorg dat je niet opvalt." "Vraag je eerst nog maar eens af of je dit wel echt kunt."
Het is geen sabotage. Het is oeroud overlevingsinstinct, alleen verkeerd toegepast in een moderne wereld. Dit begrijpen is krachtig. Hoe meer je inziet dat je imposter-gedachten geen waarheid zijn, maar een reflex uit een ver verleden hoe minder macht ze over je hoeven te hebben.
Je bent niet die angst.
Je bent niet die kritische stem.
Je bent degene die dat voelt.
En die mag leren dat je al veilig bent, zelfs als je zichtbaar bent. Zelfs als je faalt.
De 5 meest herkenbare valkuilen als je last hebt van het imposter-syndroom
Wie last heeft van het imposter-syndroom, loopt vaak ongemerkt tegen dezelfde patronen aan. Ze lijken onschuldig, want een tikje perfectionisme hier, een beetje extra bescheidenheid daar. Maar ze zorgen dat je steeds minder op jezelf vertrouwt. Herken jij je in één of meer van deze valkuilen?
1. Alles zelf willen oplossen (en niet durven leunen)
Je bent gewend om alles alleen te dragen. Vragen om hulp voelt ongemakkelijk. Je lost het liever zelf op. Je denkt vaak: Ach ik doe het zelf wel, want dan weet ik tenminste dat het goed gebeurt. En dus werk je zelfstandig, hard en onafgebroken door, zelfs als het je eigenlijk uitput. Je vertrouwt op je inzet, maar je vergeet soms dat vertrouwen ook mag groeien in samenwerking.
2. Je successen bagatelliseren (en jezelf kleiner maken dan nodig is)
Een compliment glijdt van je af nog voor je het echt binnenlaat. "Ach, ik had gewoon geluk."
"Ik had toevallig een makkelijke opdrachtgever." "Het was niet zo bijzonder."
Succes voelt als iets dat je moet verklaren, maar hoe vaker je je eigen prestaties wegwuift, hoe sterker de overtuiging wordt dat ze eigenlijk niet van jou zijn.
Zo groeit niet je trots, maar je twijfel.
3. Altijd harder werken dan nodig is
Je werk voelt nooit ‘af’. Je besteedt uren aan details die niemand zal zien, je controleert je werk eindeloos, je doet net dat stapje extra. Niet vanuit ontspanning, maar vanuit angst. De angst dat je door een fout, een misstap, alsnog zou kunnen laten zien dat je eigenlijk niet voldoet.
Je denkt misschien: Als ik maar harder werk, dan kan niemand iets negatiefs zeggen. Maar in werkelijkheid werk je jezelf steeds verder over de kop, zonder ooit het gevoel te krijgen dat het ‘genoeg’ is. Harder werken lost geen zelftwijfel op. Het voedt de twijfel.
4. Niet goed genoeg zijn
Je bent kritisch op jezelf. Dat is een kracht, maar ook een valkuil. Want steeds als je iets wilt doen, schiet de gedachte door je hoofd: ik moet eerst nóg meer leren. Nog een diploma halen. Nog een training volgen. Nog beter voorbereid zijn.
Alsof er ooit een magisch moment komt waarop je je zó bekwaam voelt, dat je eindelijk durft te zeggen: "Nu ben ik goed genoeg."
Maar dat moment blijft uit, want het zit niet in de kennis die je vergaart. Het zit in het vertrouwen dat je middenin je imperfectie al waardevol bent.
5. Jezelf voortdurend vergelijken (en het gevoel hebben dat jij tekort schiet)
Je kijkt naar anderen en ziet vooral hun successen. Hun zelfverzekerde presentaties, hun glanzende carrières, hun blije foto’s. Elke keer dat je vergelijkt, lijk jij net iets minder: minder slim, minder succesvol, minder krachtig.
Wat je niet ziet, is dat iedereen zijn eigen worstelingen kent. Wat je wel doet, is jezelf keihard afmeten aan een buitenkant die niet het hele verhaal vertelt.
Vergelijken maakt je kleiner. Niet omdat jij tekortschiet, maar omdat je vergeet dat jouw pad uniek is. Je kracht ligt niet in voldoen aan een plaatje, maar in jezelf durven zijn.
Veel mensen die last hebben van het impostor-syndroom herkennen zich in één of meerdere van deze patronen. En vaak is het pijnlijkste niet dat je ze ziet, maar dat je ze zo logisch kunt verklaren. Alsof ze ‘gewoon bij je horen’.
Je bent niet geboren om jezelf klein te houden.
Je bent hier om je plek in te nemen,
Op jouw manier, in jouw tempo, met al jouw imperfecties erbij.
Concrete stappen om uit het imposter-patroon te breken
Je weet inmiddels: het imposter-syndroom is geen persoonlijk falen. Het is een oud beschermingsmechanisme dat soms nog te hard zijn best doet, maar weten alleen is niet genoeg. De verandering zit in doen. In kleine stappen die je telkens een beetje meer laten ervaren: ik mag er zijn, ook als ik twijfel voel.
Hier zijn vijf krachtige stappen die je vandaag al kunt zetten. Niet om te ‘genezen’ van je twijfels, maar om ermee te leren omgaan. Op jouw manier. In jouw tempo.
1. Begin een 'wat ik goed deed'-boekje
Elke avond, voor je naar bed gaat, schrijf je één ding op dat je die dag goed hebt gedaan. Niet perfect. Niet indrukwekkend. Gewoon goed. Een eerlijk gesprek. Een taak die je hebt afgemaakt. Iemand die je geholpen hebt.
Je traint je brein om niet alleen fouten en verbeterpunten op te merken, maar ook je successen te zien. En langzaam schuift je focus: van wat er ontbreekt, naar wat er al is.
De kunst is om het klein te houden. Klein is haalbaar. Klein is krachtig.
2. Herken je innerlijke criticus — en activeer je innerlijke toejuicher
De stem die zegt: "Je kan het niet", "Ze gaan erachter komen", "Je stelt niks voor", dat is niet jouw stem. Dat is je innerlijke criticus. Een oud, angstig deel van je dat probeert je te beschermen.
Je kunt die stem beter leren herkennen door hem een naam te geven. Noem hem De Twijfelaar, De Strenge Meester of hoe jij hem ook ervaart. Door hem een identiteit te geven, ontstaat er ruimte om niet automatisch in zijn verhalen mee te gaan.
Maar daar stopt het niet. Naast de criticus, heb je ook een andere kracht in je: je innerlijke toejuicher.
Die stem die je aanmoedigt, die ziet wat je wél goed doet, die fluistert: "Je doet het al." In een speciale meditatie die ik heb ontwikkeld, leer je je innerlijke toejuicher niet alleen herkennen, maar ook een gezicht en een naam geven, zodat je hem of haar in moeilijke momenten actief kunt oproepen.
(Je vindt deze meditatie in het meditatiealbum over zelfvertrouwen.)
3. Leer complimenten ontvangen (zonder ze weg te wuiven)
De volgende keer dat iemand je een compliment geeft, slik de impuls in om het meteen af te zwakken. Zeg gewoon dankjewel, en laat het compliment binnenkomen.
Je hoeft jezelf niet groot te maken, maar je hoeft jezelf ook niet kleiner te maken. Je mag gewoon aanwezig zijn in het goede dat iemand in jou ziet. Complimenten zijn geen valstrik. Ze zijn liefde voor jou.
4. Oefen jezelf in 'goed genoeg' zijn
Perfectie bestaat niet, en perfect zijn is nooit de voorwaarde om geliefd, gerespecteerd of waardevol te zijn. Elke keer als je jezelf betrapt op de gedachte "Het moet beter", pauzeer even. Vraag jezelf niet: is het perfect? Vraag jezelf: is het goed genoeg?
Goed genoeg is krachtiger dan je denkt. Goed genoeg opent de deur naar vrijheid, creativiteit, plezier. En als je vandaag kiest voor ‘goed genoeg’, kies je voor leven in plaats van overleven.
5. Herinner jezelf eraan: je hoort hier te zijn
Je plek in deze wereld is niet per ongeluk. Je aanwezigheid, je werk, je woorden. Ze doen ertoe, ook als je twijfelt of het niet perfect is.
Het feit dat je groeit, dat je geeft, dat je leert, maakt je niet minder waardig. Het maakt je echt een mens. En juist in die echtheid zit je kracht.
Een uitnodiging om jezelf weer te vertrouwen
Soms lijkt het alsof vertrouwen vanzelf zou moeten komen, alsof er een dag aanbreekt waarop je wakker wordt, zonder twijfel, zonder die onderstroom van onzekerheid.
Maar vertrouwen werkt anders. Vertrouwen is geen gevoel dat je overvalt. Het is een keuze die je elke dag opnieuw maakt. Een kleine, soms wankele keuze: om te geloven dat je genoeg bent. Niet omdat alles perfect gaat, maar juist midden in alles wat nog niet af, niet zeker, niet vlekkeloos is.
Ook Michelle Obama heeft deze worsteling gekend. In interviews vertelt ze eerlijk hoe vaak ze zich heeft afgevraagd of ze wel goed genoeg was. Hoe vaak ze dacht: "Wat doe ik hier eigenlijk?" Haar verhaal laat zien: zelftwijfel hoort bij de reis, niet bij het falen.
Je hoeft niet te wachten op het moment dat je je eindelijk onkwetsbaar voelt. Je hoeft niet pas in jezelf te geloven als iedereen je bevestigt.
Je mag vandaag al kiezen.
Kiezen om je eigen verhaal te schrijven.
Kiezen om jezelf te dragen, ook als de twijfel fluistert.
En wanneer die stem sterker lijkt dan je moed, weet dan dat je niet alleen bent. Er zijn manieren om jezelf zachtjes weer terug te roepen.
Zoals deze meditatie die gratis te beluisteren is. Last van het Imposter syndroom? Deze zachte meditatie is voor jou!
Type meditatie: geleide meditatie, visualisatie meditatie
Doel meditatie: Zelfvertrouwen
Thema meditatie: Moed, verbinding met jezelf, innerlijke kracht
Duur meditatie: 18 minuten
Je hoeft je niet langer te laten leiden door het verhaal dat je niet genoeg zou zijn. Je mag vertrouwen op iets wat altijd al in je zat. Zelfs als je het soms even kwijt bent. Zelfs als het fluisterzacht is. Zelfs dan. Je bent onderweg en dat is precies waar je moet zijn.
Script: Geleide meditatie bij het imposter-syndroom – Herstel je zelfvertrouwen
Lieve luisteraar, fijn dat je weer tijd voor jezelf neemt. Vandaag een meditatie om je impostersyndroom te overwinnen. Je kunt deze meditatie zittend, liggend of onderweg doen.
Ga met jouw aandacht naar je adem. Wees je bewust hoe je in en uit ademt. Adem op je eigen tempo.
Rustig en ontspannen en voel de ontspanning. In je voeten laat alle spanning los die nog in je voeten aanwezig zijn. Je voeten mogen volledig ontspannen en deze ontspanning stroomt omhoog naar je schenen en naar je kuiten en stroomt verder omhoog naar je knieën en naar je bovenbenen.
De ontspanning, de rust en de kalmte zijn aanwezig in je benen, in je buik en in je rug. Alles ontspant, word rustig en kalm en deze rust en kalmte stroomt verder omhoog naar je borstkas, naar je schouders, armen, handen. Je lichaam is kalm en relaxed, je keel, je gezicht en je hoofdhuid.
Alles ontspant en stel je dan nu voor dat je middenin een oud oerwoud staat. De lucht is er warm en vochtig en je hoort het zachte ruizen van de bladeren en het gezang van de vogels. Dit oerwoud komt je bekend voor.
Jij bent hier vaker geweest. Het heeft prachtige plekken en je hebt zin in een wandeling. Je voelt je verbonden met deze natuur en je gaat op pad.
Je geniet van de bomen, van de planten, van alles om je heen, van de kleuren en van de geuren en je loopt op jouw tempo door dit oerwoud. Op de achtergrond hoor je dierengeluiden, je hoort de wind en je hoort je eigen voetstappen. Je bent volledig in jouw element.
Alleen dan doemt er een muur op van oude stenen. Je kunt er niet omheen. De muur is te hoog en te lang en als je dichterbij komt, zie je dat er woorden op deze muur staan geschreven.
Jij bent een bedrieger. Jij voldoet niet aan de verwachtingen. Jij denkt niet goed genoeg.
Jij hebt het verkeerd aangepakt. En als je deze woorden leest, voel je onzekerheid in je opkomen en je probeert de stenen weg te duwen, omhoog te klimmen, eraan te trekken, maar niets werkt. Wat nu? Je gaat voor de muur zitten en je voelt de onzekerheid naar binnen sluipen en toch is er ergens ook iets in jou dat heel goed weet dat dit niet de waarheid is.
En dan zie je in de verte een grote adelaar aankomen vliegen. Zijn vleugels zijn machtig groot. Hij vliegt naar jou toe en landt met een rustige en vastberaden beweging voor je.
Zijn veren glanzen in het zachte licht van het oerwoud. Zijn ogen hebben een diepe gouden amberkleur. Ze zijn fel en helder en ze staan vol wijsheid en kracht.
De ogen van deze adelaar kijken je aan en dan spreekt de adelaar met een diepe en kalme stem. Mijn ogen zien voorbij de horizon. Zo kun jij ook verder kijken dan deze muur.
Want wat op de muur geschreven staat, is niet de waarheid. Jij hebt helderheid en kracht in je. Laat de woorden op deze muur niet jouw pad bepalen.
Waar je ook bent, wat er ook gebeurt, jij bent in mens krachtig. Ik ben geboren om hoog te vliegen. Voorbij de wolken, jij bent geboren om jouw eigen pad te volgen.
Ongeacht de obstakels, jij hebt alles in je om te overwinnen. Vertrouw op jezelf, want jij hebt een ongelooflijke kracht in je. Met deze woorden van de adelaar voel je vertrouwen in jezelf omhoogkomen.
Er komt een zachte maar krachtige energie omhoog. Jouw ademhaling wordt rustiger en dieper. En met elke ademhaling voel je meer ruimte in je lichaam en in je geest.
Je gedachten worden vrijer en lichter. Er waait een frisse wind door je geest. De adelaar kijkt je nog een laatste keer aan en dan spreidt hij zijn prachtige vleugels en stijgt op.
Hoger en hoger. Maar zijn woorden, die blijven bij jou. Want jij weet, ik kan deze weg bewandelen.
Vol vertrouwen en liefde loop je naar de muur toe. Terwijl je naar de woorden op de muur kijkt, voel je liefde voor jezelf omhoogkomen. En vanuit zelfcompassie leg je je handen op de woorden van de muur.
En met deze aanraking merk je hoe de stenen beginnen te bewegen. Sommige stenen bokkelen af, andere verschuiven en andere stenen liggen op de grond. En als je dan nog een keer naar de muur kijkt, dan staan er andere teksten.
Teksten vol van waarheid. Jij bent sterk. Jij bent precies wie je moet zijn.
Jij bent in staat om alles te bereiken wat je wilt. Jij bent in staat om alles te bereiken wat je wilt. Jij bent liefde.
Jij bent liefde. Jij bent kracht. Jij bent kracht.
De muur is niet langer een blokkade, maar het is een herinnering aan wie je werkelijk bent. En jij neemt deze kracht en liefde met je mee. En je kijkt uit naar het vervolg van jouw reis.
Je voelt de vrijheid om je eigen pad te lopen. Zonder angst en zonder twijfel. Je stapt over de brokstenen heen en geniet van jouw wandeling, van het oerwoud, de aarde en de natuur.
Je bent rustig en vol van liefde voor jezelf. Jij hebt alles in je om te groeien, te bloeien en met vol vertrouwen jouw weg te bewandelen. En dan wordt het weer tijd om terug te keren naar het hier en nu.
Je mag rustig je handen en je voeten bewegen en kijk om je heen. Jij weet dat twijfels soms opkomen, maar je laat ze niet jouw waarheid bepalen. Jij weet beter.
Jij bent. Jij mag jouw plek innemen, zonder angst, zonder twijfel. Heb je genoten van deze meditatie? Deel deze vooral met anderen.
Ook hoor ik graag wat het jou heeft gebracht. Dank je wel voor het luisteren. En via minnets.nl slags dankjewel kun je een gratis dankbaarheidsmeditatie downloaden.
Onthoud, je bent een krachtig mens.